Mijn werk als strategisch-creatief adviseur is nauw verweven met mijn vrije kunstpraktijk. Beide disciplines voeden elkaar: de ene scherpt mijn analytisch denken, de andere biedt ruimte voor intuïtieve exploratie. Mijn artistieke reis begon met tekenen in Oost-Indische inkt en schilderen met acryl, maar vanaf de late jaren ‘80 verschoof mijn focus naar vliegende objecten. Ik experimenteerde met materialen zoals spinnaker en carbon en raakte later gefascineerd door de unieke eigenschappen van Lokta-papier uit Nepal en bamboe.

Met mijn werk bezocht ik festivals over de hele wereld en kreeg het een plek in musea in binnen- en buitenland. Recentelijk heb ik deze passie opnieuw opgepakt en richt ik me volledig op het maken van vliegende objecten van bamboe en papier. Voor mij vormt het werken met fysieke materialen een waardevol tegenwicht voor mijn digitale werk, zoals beeldbewerking en het gebruik van AI.

Het werken met bamboe en papier stimuleert een andere, vrijere manier van denken dan digitaal ontwerp. De textuur van deze natuurlijke materialen verleent eigentijdse vormen een archetypisch karakter, waardoor ze zowel vertrouwd als vernieuwend aanvoelen. Dit spanningsveld tussen vorm en materiaal voegt een extra dimensie toe aan mijn werk.

Het ontwerpen van vliegers is voor mij een zoektocht naar een nieuwe beeldtaal—een zoektocht die niet alleen mijn vrije werk drijft, maar ook mijn commerciële werk als strategisch-creatief adviseur beïnvloedt. Zowel in mijn kunst als in opdrachtgestuurd werk zoek ik naar vormen die verrassen en losstaan van het bestaande. De vlieger zelf speelt daarbij een bepalende rol. Hoewel hij vrijheid biedt, stelt hij ook eisen—want om te kunnen vliegen, moet de vorm functioneel zijn.

My work as a strategic-creative advisor is closely intertwined with my artistic practice. Both disciplines complement each other: one sharpens my analytical thinking, while the other provides space for intuitive exploration. My artistic journey began with drawing in Indian ink and painting with acrylics, but in the late 1980s, my focus shifted to flying objects. I experimented with materials such as spinnaker fabric and carbon and later became fascinated by the unique properties of Lokta paper from Nepal and bamboo.

With my work, I visited festivals around the world, and it found a place in museums both nationally and internationally. Recently, I have reignited this passion and am now fully dedicated to creating flying objects from bamboo and paper. For me, working with physical materials provides a valuable counterbalance to my digital work, such as image editing and the use of AI.

Working with bamboo and paper stimulates a different, freer way of thinking compared to digital design. The texture of these natural materials gives contemporary forms an archetypal character, making them feel both familiar and innovative. This interplay between form and material adds an extra dimension to my work.

Designing kites is a search for a new visual language—a search that drives not only my artistic work but also my commercial work as a strategic-creative advisor. In both my art and commissioned work, I seek forms that surprise and break away from the familiar. The kite itself plays a defining role in this process. While it offers freedom, it also imposes conditions—because to fly, the form must be functional.